L is een geboren ontdekker en avonturier.
Al snel heeft hij ontdekt hoe je kan lopen, klimmen en de wereld in kan trekken.
Op de peuterspeelzaal wordt al snel ervaren dat L geen volgzaam kind is. Hij heeft een aanvaring met een leidster en spreekt sindsdien geen woord meer tegen haar.
Op de kleuterschool komt al snel het verzoek om L te laten testen op gedragsstoornissen. Mede omdat zijn oudere broer al een (mis)diagnose in het autisme spectrum heeft.
Wij weigeren dit, want we vinden L veel te jong om met zo’n stigma door het leven te gaan.
School vind het steeds lastiger worden, want L zit achterstevoren op zijn stoel, luistert niet naar de juf en opruimen na het spelen is ook moeilijk.
Al snel begint L te weigeren opdrachtjes te maken en ook toetsen heeft hij de pest aan. Hij maakt ze niet meer.
In groep 3 kregen wij te horen “het zit er wel in, maar komt er niet uit”.. Met zorg mocht hij over naar groep 4.
Daar ging het pas echt mis.
Hij kwam thuis met blauwe plekken van juffenhanden, hij ging slechter slapen, durfde niet meer alleen te zijn, kreeg meer en meer weerstand tegen naar school gaan.
Menigmaal gingen we naar school voor het zoveelste gesprek en het zoveelste overleg met de even zovele ‘oplossingen’.
Onze oplossingen werden genegeerd of niet goed ingezet.
Op nogmaals aandringen van de school, en onder nietgenoemde dreiging van handelingsverlegenheid, lieten we L toch testen. Hij kreeg diagnoses. Veel diagnoses.
Hij zou aandachtsproblemen hebben (ADHD), problemen met wederkerige communicatie (ASS) en hij had moeite uit zijn woorden te komen (TOS). Ook werd zijn IQ getest op een P/v kloof van 38 punten.
Dat was dat. Hij kon wel medicatie krijgen voor ADHD.
Wij geloofden niet in de diagnoses, dat was niet wat wij zagen.
Wij zagen een kwetsbare jongen, met angst en gebrek aan vertrouwen in volwassenen. Zo vroegen we eens waar hij naartoe moet als het op school niet goed gaat.
Hij antwoorde netjes “de juf”.
En toen we vroegen of hij dat ook deed (doorvragen dus).
Kregen we als antwoord: “Nee, want ze luistert toch niet.”
Hoe triest is het als een 7 jarige zo in het leven staat?
Begin groep5 was het klaar, afgelopen, uit.
De evaluatie van de pas ingezette orthopedagoge diende als smoes om iedereen rond tafel te krijgen en de directrice deelde ons mede dat er een andere school gezocht moest worden. Zij dacht aan cluster onderwijs. En tot die tijd mocht hij wel halve dagen komen, om de juffen te ontlasten.
… Oh.. en hem natuurlijk..
Dat heeft L een week volgehouden.
Toen hadden we een zeer gekwetste, verdrietige, machteloze jongen thuis die tegen tafels en muren schopte.
De huisarts stelde een burnout vast en sindsdien is L niet meer naar school geweest.
Twee jaar later is door een GZ-psycholoog met kennis van hoogbegaafdheid de diagnoses van ADHD, ASS en TOS van tafel geveegd en zijn ze vervangen door Partiële PTSS door vroegschools trauma, kenmerken van dissociatie en een vermoedelijk zeer hoog IQ.
De afgelopen 5 jaar zijn we bezig geweest met psychologen, testen, orthopedagogen, de activiteitenbegeleider, de traumatherapeut en passende plaatsen vinden.
Daarnaast werd door leerplicht, samenwerkingsverband en de gemeente elke paar weken een multidisciplinair overleg geëist.
Hiervoor moest vader steeds uren voor vrij nemen, ten koste van vakantie/vrije tijd met het gezin.
Vervoer naar en van afspraken en therapie, uren aan research, schrijven van plannen en onderbouwing, niet kunnen werken en inkomstenderving..
Al met al kost onze jongste zoon ons zo’n 10.000 euro per jaar aan extra kosten.