Het verhaal van P

Niet-passend onderwijs heeft de ontwikkeling van onze zoon (12) ernstig beschadigd. Na 4,5 zoeken naar scholen kreeg hij onlangs een depressie én PTSS-diagnose a.g.v. niet-passen in onderwijs. Hij is  slim, gevoelig en creatief maar denkt en leert te anders voor ons onderwijssysteem.

Onze zoon werd op zijn achtste, van de ene op de andere week een thuiszitter. Dat wisten we toen niet meteen, maar achteraf luidde die ene week in november een periode in van inmiddels al 4,5 jaar, waarin hij niet meer volledig naar school is geweest. En gedurende lange periodes amper, of helemaal niet naar school ging.

Na vijf tamelijk normale schooljaren (onze zoon is altijd een intens, slim en zeer gevoelig kind geweest, en ook heel sociaal, leergierig en gezagsgetrouw), kwam hij in groep 5 in een drukke klas. De leerkracht raakte overspannen en tal van invalkrachten volgden elkaar op, maar kregen de klas niet goed ‘in het gareel’. Er was een pesterige sfeer en veel onrust. Tijdens een schoolkamp kreeg onze zoon, uit het niets en voor het eerst van zijn leven, een nachtelijke paniekaanval. De maandag daarop gaf hij aan niet meer naar school te willen.

Met een heel bataljon aan hulpverleners, leerplicht, MDO’s op school probeerden we hem nog maandenlang elke dag naar school te krijgen. Iedereen schoot in paniek want ‘we willen geen thuiszitter’ en hoe langer een kind thuiszit, hoe erger het wordt. Na twee maanden ‘duwen’ volgden ineens de ene emotionele ontregeling op de andere. Thuis was dat angst en paniek, op school boosheid. We belandden in sneltreinvaart in specialistische crisishulp. Hij was helemaal ‘op’ door het zich jarenlang aanpassen aan onderwijs dat niet paste. Achteraf hebben die maanden van ‘duwen’ een PTSS-diagnose veroorzaakt: trauma door zowel niet passende school als hulpverlening. Na ca een half jaar verklaarde school zich handelingsverlegen en begon de zoektocht naar meer passend onderwijs. Kortweg volgden er nog drie scholen (incl. SO) die het aanbod ook niet hadden. Intussen erkende het (fijne) team van professionals om ons heen dat er in de hele stad of regio geen passend onderwijs voor deze groep is. Zoals – zo leerden wij uit vele verhalen op sociale media – ook gold voor 1000-en andere thuiszitters in de rest van het land.

Tussen november 2016 en nu ging onze zoon bij al die scholen, elke keer gemotiveerd van start. Hij wilde niet anders zijn, wilde niets liever dan een school en vriendjes. Elke keer startte hij vol goede moed. Elke keer bouwden we op met uurtjes en dagdelen. Elke keer maakte hij snel nieuwe vrienden. En elke keer was het na ca 6 weken op. Met de kennis van nu (en recente diagnostiek) weten we dat hij herhaaldelijk in kinderdepressies belandde door niet passend onderwijs. Tussen de schoolpogingen door zat hij vaak maanden thuis, afgewisseld met (enkele dagen) een dagbesteding. Eerst een periode op 70 km van onze woonplaats. Recenter op een ontwikkelplek zo’n 30 km van onze woonplek.  

Die maanden van thuiszitten betekenden voor ons als ouders dat we ook min of meer thuiszitters werden. Onze banen kwamen zwaar onder druk, de logistiek van halen, brengen, dagen vullen was bijna niet te doen. In de zwaarste depressieve periodes kregen we hem letterlijk niet van de bank; dan wilde hij enkel dood. Zijn jongere zusje werd een brusje, en kreeg niet de aandacht die ze verdiende. Financieel kwam ook alles onder druk: minder kunnen werken, continue op zoek naar materiaal dat hem wel kon doen ‘aangaan’, zelf vervoer betalen naar dagbesteding, wekelijkse uitjes naar musea en andere educatieve uitdagingen organiseren en financieren. En dat terwijl de uren die we konden werken gehalveerd waren omdat er altijd iemand bij hem moest zijn.

Hoe goed bedoeld ook, de meerdere professionele hulpverleners die we probeerden, lukte het maar mondjesmaat om hem te helpen. Zolang er geen plek is waar je – net als de rest van alle kinderen – past, is de existentiële crisis niet weg te therapieën. En die plek was er niet. Na een tijd was zelfs een wachtkamer van weer een nieuwe therapeut voldoende om te ontregelen. Hij kreeg steeds impliciet de boodschap: ik deug niet, aan mij moet gesleuteld worden.

Het idee dat we zomaar, of eerst, een passende school zouden vinden, hebben we in de afgelopen jaren moeten loslaten. Het is niet altijd zo maakbaar; blijkbaar is hij zo anders dat het onderwijs gewoon niet past. En met hem duizenden andere kinderen in Nederland. Veel van de (HB-) thuiszittersverhalen zijn enorm vergelijkbaar. Ze komen bijna allemaal in een burn-out / depressie terecht. Ze willen dolgraag leren maar het onderwijs past niet. Ze gaan op een goed moment bijna allemaal ‘uit’. Hun levensenergie verdwijnt, het hoeft voor hen niet meer. En ze durven de wereld niet meer in. Vanuit schaamte om hun falen en anders-zijn, hun ervaring niet te passen.

Voor onze zoon zoeken we nu al jaren, met ons team, naar maatwerk. Het  idee dat hij, met zijn gevoeligheid en zijn verlieservaringen, zomaar weer fulltime ergens kan gaan leren, laten we los. Schools leren zit er sowieso niet meer in. Zoon zelf accepteert dit verlies en anders-zijn ook stapje voor stapje. Het liefst van al zou hij nog steeds morgen ‘gewoon weer naar school gaan’. Normaal zijn en als anderen. Maar het onderwijs past hem, en veel anderen, niet. Maar leren wil hij wel. En een toekomst.

De horizon is nu om zo goed en normaal mogelijke te kunnen blijven meedoen aan het leven (en nieuwe faalervaringen en depressies voorkomen). Een ontwikkeling voor ons kind. School is daar eerder beschadigend en belemmerend in gebleken, dan helpend. We zitten nu, sinds enkele maanden en na 4,5 jaar, in iets rustiger vaarwater dankzij de ontwikkelplek die wel passend aanbod heeft. En waar hij kan leren en zich ontwikkelen op een creatieve, top-down manier met veel ruimte voor zijn autonomie en autodidactische manier van leren.