Druktemaker.
Hij was als peuter en kleuter een druktemaker.
Geen seconde kon je hem uit je oog verliezen, of hij zat ergens in of op.
Geen kast was veilig, een dichte deur een uitdaging.
Met 11 maanden rende hij de kamer rond en met 2,5 had hij uitgevogeld hoe je boven op de schuttingdeur moet klimmen.
Van de kinderdagopvang, via de peuterspeelzaal belandde hij op de kleuterschool.
De kleuterjuf had de handen vol aan dit mannetje.
Stilzitten was erg moeilijk en luisteren deed hij alleen wanneer voor hem het nut en de noodzaak duidelijk waren.
Eind groep 1 wilde de juf graag dat B getest zou worden op gedragsafwijkingen. De testende instantie kwam tot de conclusie dat hij PDDnos had “met een vleugje ADHD”. Oftewel de voormalige restcategorie van het autisme spectrum.
De juf was opgelucht, daar kon ze wel wat mee.
Groep 2 verliep zonder noemenswaardige problemen.
Groep 3 kwam. Eigen tafel, eigen stoel, eigen plek en duidelijkheid. Structuur en uitdaging.
B ging als een speer. Rekenen en taal zo onder de knie.
In groep 4 raakte meneer ‘avi-uit’, hij was klaar met de leesmethode en hoefde geen leestestjes meer te maken. Rekenen was een ander verhaal. We kregen te horen dat B zijn werkbladen niet afmaakte.
We vroegen hem er naar en hij vertelde hij dat niet wilde omdat hij het al kon.
Met deze boodschap heeft de school niks gedaan.
Thuis kreeg B uitdaging met worteltrekken en machtsverheffen.
Groep 5 stonden zijn hakken in het zand. We kregen hem amper naar school. Hij werd een boos en verdrietig jongetje. Een onbegrepen jongetje.
Groep 6 een fijne juf. Duidelijk en toch lief.
Hij durfde haar te vertellen dat hij geen gehakte opdrachten nodig had, maar uitleg over hoe het boek werkte.
Hij las inmiddels boeken in het Engels en verveelde zich op school. Hij wilde liever aan het werk dan steeds zo lang moeten luisteren naar de instructies van de juf.
Groep 7, zij-instromers, pesters en een suïcide poging van onze inmiddels 9 jarige.
Psychologisch bijstand volgde. Kort.
Want zijn vaardigheden waren prima, zijn beeld van de wereld reëel. De oplossing lag op school.
School weigerde adequate interventie in te zetten en we besloten B te laten wisselen van school. Hij zat een aantal maanden thuis voor we een andere school vonden.
Een pilotklas voor uitgevallen hoogbegaafde kinderen.
Want B was inmiddels getest op een hoogbegaafd IQ met een zeer zwak zelfbeeld en een accuraat, doch gedrukt beeld van de wereld.
Inmiddels zit hij in de 2e klas van het atheneum.
Maar de problemen blijven.
Hij verveelt zich in de klas, zijn motivatie is enorm laag en de lessen gaan niet diep genoeg in op de stof, nut en noodzaak ontbreekt. Voorsorteren op profielkeuze wordt geblokkeerd door het schoolbestuur.
Voor ons weer een kwestie van tijd voor we ons 1e kind voor de 2e keer thuis krijgen. Wel gezellig, met z’n broertje op de bank en thuisonderwijs krijgen.
Want wij ouders zitten niet stil. Linksom of rechtsom, met of zonder meewerking van het schoolsysteem en de overheid, ze zullen zich ontwikkelen en een toekomst creëren.
Toch rekenen wij deze ellende de overheid aan.
Met meer divers onderwijs, wettelijk vastgelegd leerrecht en respect voor de positie van ouders, zou dit allemaal niet gebeuren. Niet nodig zijn.