Het verhaal van D

“Alles wat je hoofd vergeet, staat in je hart geschreven.”
D. is vier jaar oud als hij dit zinnetje tegen mij zegt.
Zodra hij kan praten, spreekt hij in volzinnen.
Maar op de crèche werd al snel duidelijk dat hij ook snel overprikkeld was.
Hij kon niet tegen drukte en onverwachte dingen. Van alles gaat er om in zijn kinderhoofd, omlijst door gordijntjes van halflang haar. Fantasieverhalen, zelfverzonnen creaties en ingewikkelde vragen.
D. is een van de vele HB-kinderen.
Tegelijkertijd wordt hij vaak erg bang van zijn eigen fantasieën. Een enge poster in de stad kon er al voor zorgen dat D. drie maanden niet kon slapen. Elk boekje dat in huis kwam moest ik screenen op enge woorden en plaatjes; daar raakte hij volledig door van streek.
Die extreme angsten heeft D. nog steeds.
Vreselijk vind ik het als ouder, dat ik met al mijn liefde en aandacht, met heel mijn hart en lijf, de monsters uit zijn hoofd niet kan laten verdwijnen.
Als D. vijf jaar oud is, krijgt hij de diagnose McDD, Multi complex development disorder, een vorm van autisme die gepaard gaat met extreme angsten, grote fantasie en problemen met het reguleren van emoties. In tegenstelling tot wat mensen vaak denken over autisme, is D. wel enorm sociaal. Sociale contacten zijn belangrijk voor hem, maar iets als naar de kapper gaan of sokken aantrekken kan al te veel voor hem zijn.
Naar school gaan blijkt voor D. niet haalbaar.
Ondanks dat hij een hoog IQ heeft en de lesstof prima aankan, voelt hij zich er niet veilig. Acht verschillende scholen geprobeerd, maar nergens lukte het.
De psychische druk was te groot, te veel prikkels.
Vaak kwam hij huilend thuis en sloeg hij van alles kapot. Het was puur overleven voor hem. Niet alleen op school, ook thuis. We probeerden van alles. Van speciaal onderwijs tot een democratische school, maar niets werkt.
Geen enkel onderwijssysteem sloot aan op zijn behoeftes. Op zijn achtste kreeg hij zijn eerste burn-out.
“Mama, ik doe mijn best, maar mijn best is nooit goed genoeg,” zegt D.
Met als gevolg dat hij kapot was als hij thuiskwam en alles kapotsloeg en alleen nog maar kon huilen. Als ouder heb ik lang vastgehouden aan het idee dat hij diploma’s moest halen om verder te kunnen komen in deze maatschappij, maar hoewel de scholen zeker allemaal hun best hebben gedaan, ging het drie jaar geleden echt niet meer. Sindsdien zit hij thuis. Hij leerde zichzelf weliswaar van alles, maar raakte steeds meer geïsoleerd en depressief. Enorm zwaar, want door zijn enorme angsten kan hij nooit alleen zijn. Als ik werk, moet er altijd een begeleider bij hem zijn. Omdat ik alleenstaand moeder ben heeft dat een enorme impact op mijn leven. Een sociaal leven heb ik niet. Ik zou dolgraag een relatie willen, maar dat is niet makkelijk. Alles regelen voor D. is al een baan op zich, het is puur overleven. Soms komt hij wekenlang niet buiten omdat hij dat niet aan kan. Als hij overprikkeld raakt vliegen de stoelen nog steeds door de kamer. Het is heartbreaking.
Een kind wordt moe en depressief van altijd maar thuiszitten, je ziet je kind langzamerhand kapotgaan.