Het verhaal van W

W. Zoon was 5 toen hij gediagnostiseerd werd met klassiek autisme met de comorbiditeit ADHD.
Ons gezin bestaat uit;
Vader heeft ook klassiek autisme, moeder ASS/ADD en zo ook de andere drie kinderen, waarvan een dochter ook de combinatie ASS/ADHD.
Autistisch gedrag kan ik in mijn familie terugvinden tot zeker mijn opa en zijn broers (ik ben 51) en de moeder van mijn man (mijn man is 61)
Naast al dit heb ik CPTSS en tot mijn eierstokverwijdering ernstige PMDD, die mijn overgangsjaren tot regelrechte hel maakten.
Ik ben daardoor altijd erg voorzichtig en op mijn hoede geweest richting school, ook omdat ik de vreselijke verhalen kende, o.a. die van L. van erg nabij.

W. ging al vrij snel van regulier onderwijs naar SBO, waar hij het eigenlijk heel goed deed, hij ging op school in een soort schoolmodus, waardoor het leren prima ging en door zijn vaak lieve en aandoenlijke gedrag werd hij op handen gedragen door zowel leerlingen als leraren. Iets dat bij het ouder worden veranderde, toen vond men zijn gedrag niet zo schattig meer. Hierin heb ik zelf enigszins een afkeer van het benoemen van een kind als speciaal, want in de maatschappij zijn ze dat geenszins, al is hij dat voor mij zeker wel, net als de rest van mijn kinderen.
Hier ging het mis in het hoofd van W. Hij snapte het gedrag van de andere kinderen niet meer en keerde steeds verder in zichzelf. School heeft veel gedaan om het voor hem draaglijk te maken. Binnen school had hij een fijne begeleidster, die nadat zij stopte op school, bij thuis verder ging.
Uiteindelijk besloten we naar SO te gaan in groep 7. Ook omdat hij dan het vaak chaotische schoolverlatersjaar niet mee zou hoeven maken en al op de plek zou zitten waar hij ook VSO zou gaan doen.
Op deze school ging het eigenlijk meteen mis, waar hij droomde van een school die eindelijk paste, kwam hij in een klas met veel moeilijke leerlingen, vond geen aansluiting en keerde meer en meer in zichzelf.
Zijn zusje Z. zat inmiddels ook daar op school.
Na een leuk uitstapje met het gezin klapte hij volledig in elkaar, waarna het drie weken duurde voor hij weer enigszins hersteld was.
In het begin liepen we op deze school tegen muren van beter wetende leraren op die ons bekeken alsof we betweterige ouders waren die er toch niks van snapte en dan kwamen we ook nog met onze eigen begeleiding en dat was in hun ogen twee handen op een buik. Zij wisten toch hoe ze met dit soort kinderen om moesten gaan. Nou, niet dus, elke kind is anders!
We bespeurden zelfs angst bij de leerkrachten als we langskwamen, in de mailtjes en in appjes. Na heel veel verwoorden, verduidelijken en praten is daar toch een moment van kanteling gekomen, vooral omdat wij zeker niet alles beter wisten, maar wel samen wilden zoeken naar oplossingen .We wilden onze kinderen zo goed mogelijk omschrijven en niet tegen school aan schoppen.
Na deze kanteling ging het met dochter Z. veel beter, ze kreeg wat autonomie (op mijn verzoek) , omdat ze al die volwassenen die oplossingen voor haar zochten al lang beu was en ging rebelleren. Bij W werd eindelijk gezien dat het niet ging en hij werd geplaatst in een groepje van 4 leerlingen. Maar ook dat was te overbelastend, voornamelijk omdat hij niet tegen ‘fout’ gedrag kan van andere kinderen . Hij ging door naar VSO, maar kreeg van het didactische stuk niks meer binnen, zelfs niet twee lesuren, de taxirit naar school was al te veel, dus viel hij steeds meer uit, maar het werd gezien en dat was het belangrijkste.
Voorlopig hoeft hij nu niets wat niet goed voelt en vind hij online school geweldig, dit gaat straks na de Lock down ook verder voor hem.
Het SWV heeft goedkeuring voor externe onderzoeken gegeven, om iets passends te vinden. Het grootste probleem is dat hij niet ver van huis kan, wat de mogelijkheden verkleint, maar er gebeurt iets en tot die tijd hoeft gelukkig niets. In ieder geval niets meer wat weer zorgt voor een ingestort kind dat van stress enkel meer OCD ontwikkeld. Hij is nu gelukkig en zijn weg zal hij vast vinden, desnoods altijd met hulp. Als ouders krijgen we een hartverzakking elke keer als er weer iets klinkt als; ‘Hij moet terug naar school’, het standaardzinnetje als een kind uitgevallen is in het onderwijs. Zelf spring in dan direct in de actiemodus, oftewel mijn telefoon, hoe iets opgevat moet worden en dat hij niet teruggaat in deze setting.
Door jarenlange stress zit zijn emotionele niveau momenteel niet hoger dan de eerste twee stadia, van baby en peuter, hij kan de wereld duidelijk niet aan.
Een lang verhaal, maar zo ongeveer zit het bij ons.